Herdenkingen van ingrijpende gebeurtenissen vinden met de regelmaat van de klok plaats. Het geschiedenisprogramma Andere Tijden van de NTR en VPRO herdacht afgelopen maand de Watersnoodramp van 1953 met de vierdelige documentaireserie ‘Het water komt’. Wellicht hebt u die gezien. Ook in Oisterwijk weerklonk de echo van deze ramp. Op deze herdenkingsdag een verhaal van Martin van der Waals, Heemkundekring De Kleine Meijerij:
De watersnoodramp
Een van de meest saillante voorvallen in het Nederland van de 20e eeuw was de watersnoodramp van 1953. Dit jaar wordt begin februari herdacht dat het 70 jaar geleden gebeurde. In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 zorgde een ‘rampzalig’ zware stormvloed in combinatie met springtij ervoor dat het water in het zuidelijk deel van de Noordzee tot bijzonder grote hoogte steeg. Veel dijken in het zuidwestelijk deel van het land braken door en grote delen van Zeeland, Zuid-Holland en westelijk Noord- Brabant liepen onder water. 165.000 hectare land raakte in één nacht overstroomd. Meer dan 1800 mensen kwamen om het leven, daarnaast ook veel dieren, en ook de materiële schade was enorm. Vele tienduizenden mensen moesten uit de overstroomde gebieden worden geëvacueerd.
Hulpverlening
In heel Nederland kwam een golf van hulpverlening op gang die zijn weerga niet kende. Er werd een nationaal rampenfonds ingesteld. Er verscheen al vrijwel meteen een boek over de ramp waarvan de opbrengst voor het fonds bestemd was, er waren radio-uitzendingen met het doel geld en goederen in te zamelen etc. Uit het buitenland kwam eveneens veel steun.
Wat deed Oisterwijk?
Net als in andere plaatsen kwam ook in Oisterwijk het nieuws hard binnen. De ontzetting over de ramp was groot. De drang om hulp te verlenen werd sterk gevoeld. De plaatselijke pers liet al vrij vlug van zich horen. Een op 4 februari uitgegaan bisschoppelijk schrijven van Mgr. B. Alfrink, aartsbisschop-coadjutor van Utrecht, werd op zaterdag 7 februari op de voorpagina van het Kerkklokje van Oisterwijk en Omstreken, of zoals de Oisterwijkers het noemden: ’t Kerkklökske, afgedrukt. Naast deze oproep van de kerkleiding werd een niet met naam ondertekend schrijven van de redactie geplaatst met de kop: “Gods stem in de bulderende zeeën.”
In dit stuk werd vooral nadruk gelegd op de morele plicht om te helpen. De geestelijkheid liet de gelegenheid niet voorbijgaan om de mensen er nog eens op te wijzen in deze zware tijden vooral de godsdienst trouw te blijven. Een kort citaat uit het Kerkklokje van 7 februari 1953:
“Een dergelijke gebeurtenis doet de mens, overmoedig geworden door de verbluffende uitvindingen en technische volmaaktheden van deze eeuw, nederig worden in de erkenning van Gods oppermacht en Zijn onverbiddelijke heerschappij over leven en dood”.
Wat hierin doorklinkt is: wees en blijf ‘braaf’ en let op je kerkelijke verplichtingen!
Actiecomité
Al snel komt een al op de dag van de ramp zelf opgericht actiecomité met een oproep aan de bevolking. Vanaf 2 februari wordt een pamflet verspreid, ondertekend door Antoinette Janssens-Enneking van het R.K. Huisvestingscomité, Sjef van der Aa van de plaatselijke EHBO en Carol Schade van de Oisterwijkse afdeling van het Rode Kruis.
Een kort citaat hieruit: “Oproep aan de burgerij van Oisterwijk. Met ontzetting en verslagenheid zal eenieder kennis hebben genomen van de nationale ramp, welke ons goede vaderland in het afgelopen etmaal heeft getroffen. Eenieder zal begrijpen dat het een dure plicht is van de landgenoten die ook maar even in staat zijn om hulp te bieden, hier te tonen wat zij voor hun getroffen medemensen kunnen opbrengen”.
En ingezameld werd er!
Op 2 februari reed Merkelbach-radio, gevestigd aan de Lind, het dorp rond met een geluidswagen. Door de luidsprekers werd in de straten de volgende boodschap rondgetrompetterd:
“Oisterwijkers! Een grote ramp heeft ons vaderland getroffen. Snel en mild moet geholpen worden. Er wordt hierbij een dringend beroep gedaan op uw daadwerkelijke hulp. Hedenmiddag en morgen zal een huis-aan-huis inzameling van goederen worden gehouden, door Roode Kruis en e.h.b.o. Legt zo spoedig mogelijk alles klaar wat u kunt missen aan bruikbare kledingstukken, schoeisel, dekens enz. Wiegen, waterkruiken zijn welkom; ook speelgoed. Naast de goederen inzameling zullen tevens hedenavond en morgen gelden ingezameld worden, door de parochiecomités. Oisterwijkers! Toont opnieuw uw burgerzin en geeft met milde hand!”
Deze oproep was niet aan dovemansoren gericht. Er werd een enorme hoeveelheid kleding, schoenen, textiel etc. opgehaald. Dat kwam in eerste instantie terecht in de gymzaal van pensionaat Catharinenberg. Na eerste sortering werd het in ruimten bij de lederfabriek ondergebracht. De Oisterwijkers tastten ook diep in de buidel. In totaal werd bijna 45.000 gulden opgehaald. Plaatselijke verenigingen, jeugdclubs etc. droegen allemaal hun steentje bij.
Evacués in park De Staalberg
Een ander aspect van de hulp die Oisterwijk gaf, was de opvang van evacués uit de getroffen gebieden. Er moesten veel mensen uit allerlei plaatsen in het rampgebied elders ondergebracht worden, omdat bijvoorbeeld hun huis helemaal weg, of niet meer bewoonbaar was. De opvang gebeurde in het vakantiepark De Staalberg aan de Scheibaan. Dat park was destijds begonnen door Jacques Perk jr. als kindervakantieoord “Roezemoes”. In 1948 werd het gekocht door de Rotterdamse familie De Bes, die er een bungalowpark van maakte. “De Staalberg” werd de naam, want niet ver er vandaan ligt het Staalbergven. In augustus 1953 werd het in gebruik genomen als opvanglocatie voor watersnoodslachtoffers.
Er hebben verscheidene gezinnen in de toenmalige gebouwen en huisjes verbleven. Tot eind april 1954 is de locatie als zodanig in gebruik geweest. 17 gezinnen (totaal 131 personen, volwassenen en kinderen) vonden er een tijdelijk thuis voordat ze weer naar hun eigen dorpen konden terugkeren. Persoonlijke verhalen van een aantal evacués die op de Staalberg verbleven of nazaten daarvan werden door ondergetekende opgehaald. Hun verhalen zijn opgetekend in het door de Stichting Het Kwartier van Oisterwijk in 2017 uitgegeven boek Door de ramp getroffen. Over de watersnoodramp van 1953 en de opvang van evacués in het Oisterwijkse vakantiepark De Staalberg.
De leiding van de opvanglocatie ondersteund door sociaal-maatschappelijk werkster Tonny Vriens en diverse Oisterwijkse vrijwilligers, probeerde het verblijf zo aangenaam mogelijk te maken. Er was een recreatiezaal waar activiteiten werden georganiseerd. Op 4 december 1953 was er een groot feest, want Sinterklaas kwam op bezoek. Een enkele klacht over de kwaliteit van de voeding werd diepgaand onderzocht, maar bleek niet echt gegrond. Het rapport daarover geeft echter een mooi inkijkje in de dagelijkse routine en menukeuze.
Het park is al lang geen vakantiepark meer. In 1990 werd er een asielzoekerscentrum van het COA (Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers) gesticht. Met recht is dit stukje grond in Oisterwijk een plek met een bijzondere heemkundige geschiedenis te noemen.
Heemkundekring De Kleine Meijerij heeft als werkgebied Berkel-Enschot, Biezenmortel, Esch, Haaren, Helvoirt, Heukelom, Moergestel, Oisterwijk en Udenhout: www.dekleinemeijerij.nl.