Partij Gemeente Belangen, de grootste en tevens regerende partij van ons mooie Oisterwijk, laat een boer vooralsnog in het luchtledige zweven; het niemandsland tussen gerechtelijke uitspraken en politieke besluiten. In plaats van met oplossingen te komen en hun college opdracht te geven tot een goed gesprek en maken van oprecht haalbare afspraken, wachten zij op een uitspraak in Hoger Beroep. De rechter had hen al in het ongelijk gesteld (klik), maar daar zijn ze het blijkbaar niet mee eens.
Partij Gemeente Belangen (PGB) en ook de lokale VVD zijn – zo blijkt uit hun reacties – vooralsnog niet bereid met mogelijkheden te komen de boer te helpen. Die boer is door gemeentelijk handelen willens en wetens in een niemandsland terecht is gekomen. De rechter heeft al bepaald dat eerdere afspraken met deze boer niet nagekomen kunnen worden, als ook de latere plannen van de gemeente in stand blijven. Die rechter was dan ook van mening dat die latere plannen- het vestigen van een voorkeursrecht op de percelen van de boer – onrechtmatig zijn. Nu de gemeente de juridische strijd voortzet was de vraag: Wat te doen met de boer? ‘De rechter moet nog uitspraak doen, het lijkt ons goed dat af te wachten,’ aldus PGB in antwoord op deze vrij logische vraag. In plaats van een oplossing te bedenken, en een Hoger Beroep te voorkomen, stelt ook de VVD: ‘dat is niet aan ons’.
Die rechter heeft al uitspraak gedaan, en daarin liet deze geen misverstand bestaan dat wat de gemeente wil niet door de beugel kan. De rechter waar PGB op doelt, is het beroep dat de gemeente probeert te winnen. Verliest de gemeente dat beroep dan krijgt de boer alle ruimte om zelf te bepalen wat hij doet met zijn grond en zal dat zeker ook invloed hebben op de grondprijs; wint de gemeente dan kan de boer niks zonder toestemming van de gemeente en is verplaatsen van de boerderij waarschijnlijk financieel onhaalbaar. In beide gevallen is duidelijk (zie kaart) dat boer en woningbouw elkaar in de weg zitten. VVD Oisterwijk stelt dan ook dat de percelen van de boer (groen) cruciaal zijn voor een geslaagde nieuwe woonwijk. Maar de gemeente zal vooralsnog door die partij ook gehouden worden aan het naleven van de eerdere afspraken. Want daar is de VVD wel duidelijk over: afspraak is afspraak.
Het lijkt dan ook een juridisch gevecht waar geen winnaars uit komen. Zowel in de huidige als de overeengekomen nieuwe situatie zit de boer ‘in de weg’ voor woningbouw; zowel bij winst als verlies van de beroepszaak is er nog geen oplossing die recht doet aan eerdere afspraken. Geen winst voor de boer en ook niet voor de woningzoekenden.
De kwestie
Het geval wil, waar dit alles om draait, dat Gemeente Oisterwijk heel graag de wijk Pannenschuur wil uitbreiden, en daarvoor in 2018 afspraken heeft gemaakt met een boer om zijn bedrijf te verplaatsen. Dit om geurhinder voor de mogelijke nieuwbouwwijk te voorkomen. De grond zou daarna vrij komen voor andere toepassingen, maar nog steeds eigendom blijven van de boer. Die boer geeft aan dat de financiële opbrengst van zijn grond deels de fundatie vormt van de overeengekomen verhuizing van zijn bedrijf.
Nu wil het geval, dat de gemeenteraad een voorkeursrecht heeft bedongen op de percelen voor die nieuwe wijk, inclusief de grond van deze boer. Een gemeente kan dat volgens de wet doen om zeker te zijn dat – mocht de eigenaar de grond verkopen – de gemeente het als eerste mag kopen. Het is gebruikelijk om dit te doen in voorbereiding op nog te ontwikkelen woningbouwplannen, om verkoop door de eigenaar te voorkomen.
Die verkoop heeft de boer nodig om zijn verhuisplannen te realiseren. Maar dat is nog niet het meest opvallende; de gemeente heeft ook voorkeursrecht toegepast op de beoogde toekomstige locatie van de boer. Precies daarvoor heeft de rechter een stokje gestoken. Blijkbaar ligt die nieuwe locatie ook in het gebied waar de gemeente wil gaan bouwen. Hiermee zou de gemeente de eerder overeengekomen verhuizing onmogelijk maken.dan zal er toch elders een plek moeten komen, of uitkopen?
Nu na vijf jaar zowel het college (burgemeester en wethouders) als de regeringspartijen nog geen overeenstemming hebben kunnen bereiken, en er geen concreet plan ligt voor de nieuwbouwwijk in combinatie met een goede oplossing voor de toekomst van de boer, en ook de grote regeringspartijen geen thuis geven, is het allereerst aan de beroepsrechter te beslissen. Wat die rechter ook beslist; er zal altijd een overleg moeten volgen met daarna nieuwe afspraken, om zowel die noodzakelijke woningen, alsmede de verhuis van de boer te realiseren. Zo niet, zal ook daarover een rechtszaak volgen.
De uitspraak volgt volgende week.