Care Inn

Column Roland Smulders: Zee van kansen


Columnist Roland Smulders neemt u mee, een kijkje in zijn Oisterwijk:

Roland Smulders (Foto: Iris de Groot).

 

Laatst ben ik nog eens door de straat gegaan waar een vervallen stukje industrieel erfgoed het aanzicht van mijn woonplaats Oisterwijk staat te beheersen. Met een rotte kies wordt het geheel in de media vergeleken. Je zou ook kunnen zeggen dat op die plek het echte karakter van mijn dorp door de laag vernis komt. We koesteren ons verleden ook als het er niet zo fraai uitziet. Sterven hoort bij het leven. Appartementen zien er weliswaar in het begin beter uit, maar daarmee heb je het ook wel gehad. Verder vertellen ze niet het verhaal van hardwerkende Oisterwijkers, maar van ver doorgeschoten hebzucht. Hoe meer woonlagen, hoe beter.

De gemeente hoopt dat de omwonenden blij zullen zijn met hun nieuwe uitzicht. Iets zegt me dat het niet zo zal zijn. Niemand wil na het openschuiven van de gordijnen tegen een flat aankijken. Zeker niet als er achter alle ramen overburen met dezelfde afkeer in de ogen terug staren. Ik word al nerveus als iemand bij mij voor de deur iets te lang zijn of haar hond staat uit te laten. ‘Heb je zelf geen huis’, mompel ik dan kwaad. Je moet er niet aan denken dat het antwoord dan luidt: ‘Jazeker, daar kijk je naar.’

Mijn chatbot komt met de opbeurende invalshoek dat ontevreden burgers in mijn woonplaats heel gemakkelijk bezwaar kunnen maken via een digitaal platform. Hij vergelijkt het respectloos met een soort ‘Holland’s Got Talent’, waar je op een ‘gouden buzzer’ kunt rammen om een plan terug te sturen naar de tekentafel, als je de eigen auto niet in de eigen woonkamer of in een gemeente verderop wilt hebben. Ik vul die zienswijze aan met de hoop dat het platform dan wel over een agendafunctie beschikt om termijnen te bewaken en te piepen als de gemeente geacht wordt bij de rechter te verschijnen om een besluit toe te lichten. Zover heeft mijn chatbot nog niet nagedacht. Hij is ook vrij nieuw in het Oisterwijkse.

Omdat uitvoering van het plan ervoor gaat zorgen dat alle parkeerplekken voor het winkelende publiek zullen worden ingepikt door de bewoners van alle nieuwe wooneenheden, zit de gemeente straks met heel veel belanghebbenden die reden hebben het digitale platform te bezoeken. Een zee van kansen dus op het maken van procedurele fouten en de confrontatie met opgelegde dwangsommen. Kansen die Oisterwijk ongetwijfeld gaat pakken.

Bij wijze van eerbetoon ben ik laatst nog eens door de straat gegaan. Op het trottoir stonden Oisterwijkse jongeren rond te hangen en zich met de eigen zaken te bemoeien. Ik maakte mezelf wijs dat ze daar stonden om zich met de camera’s van de telefoons te vereeuwigen tegen een achtergrond die spoedig zal verdwijnen. De foto’s zullen worden uitgeprint voor ooms en tantes en nog tot in lengte van jaren worden besproken tijdens belangrijke familiegebeurtenissen en het zogenaamde ‘doorspelen’ op Oudejaarsavond. Negenentwintig appartementen op dat stukje Oisterwijk proppen, was bij nader inzien toch iets te veel van het goede. Zeker omdat er vlak in de buurt ook volop werd gebouwd en niemand serieus wilde weten waar alle auto’s van de nieuwe bewoners moesten blijven. Een lelijk gebouw en gefrustreerde winkeliers die de klanten zagen verdwijnen, omdat ze deze geen parkeerplek meer konden aanbieden. Gek, dat het ooit als vooruitgang werd verkocht.

 

Meer columns van Roland Smulders

Facebookpagina van Roland Smulders