Het project – zou het doorgaan – omvat een uiteindelijke omzet van zo’n 125 miljoen euro. Gemeente Oisterwijk laat weten geen onderzoek te hebben gedaan naar de achtergronden van de projectontwikkelaar; de signalen zeggen zij te hebben gemist.
Rondom de voormalige leerfabriek KVL in Oisterwijk wil Gemeente Oisterwijk een verouderd industrieterrein ombouwen tot woonwijk. Er zouden 250 nieuwbouwwoningen moeten komen, na de verhuis en sloop van bedrijfspanden, en niet te vergeten de kostbare sanering van de grond. Hiertoe is de samenwerking gevonden in het bedrijf DBMC. Afgelopen week kwam in het nieuws dat dit bedrijf in financieel zwaar weer zit vanwege tegenvallers bij een Duits project; het project in Oisterwijk is daarop voorlopig stilgelegd.
Bij de berichtgeving van afgelopen week werd vermeld dat de grootste aandeelhouder van DBMC eerder betrokken is geweest bij faillissementen en in 2019 en 2020 in Luxemburg veroordeeld is voor fraude. Hij zou onder andere 20 miljoen euro hebben weggesluisd naar een privé rekening. Voor VVD Oisterwijk was dit bericht aanleiding te vragen ‘of DBMC wel een juiste partij is voor de ontwikkeling van woningen in Oisterwijk’.
Nieuw?
Was die informatie nieuw? Werd die informatie pas nu in 2024 ontdekt? Nee!
Een lokale ondernemer gaf ons aan zowel de wethouder als diverse raadsleden vanaf 2019 en ook de jaren daarna te hebben geïnformeerd over het volgens hem discutabele verleden van de grootste aandeelhouder van deze projectontwikkelaar. Het zijn dezelfde signalen die nu na 4-5 jaar aanleiding zijn vragen te stellen, maar – behoudens het tegenvallende Duitse project – al jaren openbaar zijn en met een eenvoudig zoekopdracht op internet gevonden kunnen worden.
Onderzoek
Uit navraag bij de gemeente blijkt dat zo’n onderzoek niet standaard wordt uitgevoerd; ook niet bij een project van pakweg 125 miljoen euro; ook niet waar het belang voor de woningzoekenden alsmede de mogelijke risico’s en gevolgen voor de lokaal betrokken ondernemers zo groot is. Hierbij moet opgemerkt worden, dat de uitkomst van zo’n onderzoek uiteraard ook positief kan zijn en de eerdere veroordelingen van aandeelhouders geen relevante invloed hoeven te hebben op het bedrijf.
Een woordvoerder van het college (burgemeester en wethouders) laat desgevraagd weten dat zo’n onderzoek wel mogelijk is: ‘Als er signalen zijn die aanleiding geven tot nader onderzoek, gaan we daar toe over. Dat kan zijn in de vorm van een Bibob-toets * bij vergunningverlening of anderszins een onderzoek om te onderzoeken of we te maken hebben met een betrouwbare partner wanneer we voornemens zijn een overeenkomst te sluiten. In dit geval hebben wij hier eerder geen signalen over ontvangen.’
Opmerkelijk is dat die signalen volgens de ondernemer wel gegeven zijn, maar blijkbaar door de verantwoordelijke wethouder niet zijn opgepikt. Het college laat weten graag in gesprek te gaan met de ondernemer om hier opheldering over te krijgen.
* Wet Bibop: De wet Bevordering Integriteits-Beoordelingen door het Openbaar Bestuur (Bibob) is een bestuursrechtelijk instrument waarmee de overheid bedrijven en personen met wie zij zaken doet kan screenen. Bij ernstig gevaar op misbruik kunnen overheidsinstanties een vergunning, opdracht of vastgoedtransactie weigeren. Zo proberen zij de integriteit van de overheid te beschermen en/of zwaarwegende belangen voor de samenleving zo goed mogelijk veilig te stellen.