Care Inn

Oisterwijk voldoet ruim aan opvang asielzoekers maar heeft woningen tekort


Burgemeester Hans Janssen, tevens voorzitter Regionale Regie Tafel (RRT) Hart van Brabant, heeft in een informatiebrief over de taakstelling van opvang van vluchtelingen in onze regio aan het COA en Provincie twee bezwaren benoemt die volgens hem, namens de RRT, aangepakt moeten worden.

Burgemeester Hans Janssen (Foto: Masja Vlaminckx).

Vorig jaar is de spreidingswet aangenomen, waarin wordt bepaald dat gemeenten verplicht kunnen worden te voorzien in voldoende opvang voor vluchtelingen. Tegelijk zijn er Oekraïense vluchtelingen opgevangen, en moeten gemeenten ook nog zorgen voor voldoende woningen voor statushouders (vluchtelingen met een verblijfsvergunning).

Oisterwijk voldoet voor zowel asielzoekers als Oekraïense vluchteling met meer dan het dubbele van de gestelde opgave aan opvangplekken ruimschoots aan de vraag (zie onder). Voor de huisvesting schiet Gemeente Oisterwijk tekort; er zijn in het algemeen veel te weinig woningen; voor statushouders dus ook. Die woningen zijn voor meerdere doelgroepen nodig, en dat zorgt voor problemen. De Provincie kan voor het tekort in de gemeentelijke taakstelling voor woningen voor statushouders handhavend optreden.

Samen met andere gemeenten in de regio is afgesproken de taakstelling voor opvanglocaties gezamenlijk in te vullen. Echter: ‘Bij het uitvoeren van de provinciale toezichthoudende en coördinerende rol ten aanzien van de opgave huisvesting van statushouders, wordt het als onrechtvaardig beschouwd dat er handhavend wordt opgetreden tegen gemeenten die in bepaalde mate niet kunnen voldoen aan deze opgave, terwijl zij wel ruimhartig voldoen aan het huisvesten van asielzoekers en andere doelgroepen zoals de ontheemden uit Oekraïne.’ Hij stelt dat ook wat betreft die huisvesting de RRT gemeenten dit gezamenlijk oppakken, en vraagt daarbij aan de Provincie om rekening te houden met de prestatie die door de gemeenten op andere opvang is geleverd, zoals dat ook het geval is in Oisterwijk.

Tegelijk stelt Janssen in zijn schrijven, dat de opvang van minderjarigen alleen goed kan, als er ook voldoende scholingscapaciteit en vervoer is. ‘De druk die dit oplevert bij de schoolbesturen, het onderwijzend personeel en de betreffende gemeente loopt binnen het huidige onderwijsaanbod over acceptabele grenzen heen, om een nog grotere groep vanuit de AMV verantwoord op te kunnen vangen.’ Hij stelt dat het COA moet zorgen voor die scholing, omdat anders opvang van minderjarigen kwalitatief onvoldoende gerealiseerd kan worden.