Columnist Roland Smulders neemt u mee, een kijkje in zijn Oisterwijk:
Laatst ben ik uit pure nieuwsgierigheid eens gaan kijken of het buitenzwembad in mijn woonplaats Oisterwijk al zo ver was de poort voor bezoekers te openen. Te veel regen zorgde voor een te hoge waterstand en onveilige situaties door onzichtbare steigers. Het probleem zou na een drogere periode minder groot moeten zijn, maar daarvan viel ter plaatse niks te merken. Woekerende planten en daken met grote gaten maakten duidelijk dat een spoedige opening in elk geval niet op korte termijn te verwachten viel. Voor de volledigheid van de geschiedschrijving maakte ik nog snel een foto van de gaten in het dak.
Voor zover ik kon nagaan, was ik de enige die ter plaatse wilde bekijken hoe de vlag erbij hing. Of de anderen waren al geweest, dat kon ook. Misschien wilden plaatsgenoten wel demonstreren, maar waren ze bang voor een ontmoeting met een grote, boze bever. Die dieren hadden Oisterwijk ontdekt en het ruige gebied leek me wel geschikt voor het opvoeden van jongen. De gemeente hoefde eigenlijk alleen nog maar borden met ‘verboden toegang’ te plaatsen en over te gaan tot het oplossen van echte problemen.
Inmiddels heeft de verantwoordelijke wethouder laten weten dat het allemaal goed komt. Een opknapbeurt van een slordige zes miljoen en we kunnen er weer tegenaan. Zonder wedstrijdbad weliswaar, maar wie heeft daar nu echt behoefte aan. Aangezien bouwkosten altijd tegenvallen, houd ik mijn hart vast voor de Oisterwijkers met een zorgvraag.
Er valt in mijn woonplaats tegenwoordig best het een en ander te fiksen. Na elke regenbui hebben inwoners een roeiboot nodig om zich te verplaatsen. Of een waterfiets natuurlijk, dan kunnen ze ermee op de veilige fietspaden en rotondes, waar volgens de gemeente niet meer slachtoffers vallen dan het landelijk gemiddelde. Inwoners hebben nog niet zo lang geleden een fris geschilders wegdek gekregen. Volgens deskundigen zou dat de veiligheid bevorderen. Zolang verkeersdeelnemers niet van plan zijn zich aan de verkeersregels te houden, is het sowieso dweilen met de kraan open. Ik zie nooit meer iemand naar links, rechts en weer links kijken. Met de vervoermiddelen van tegenwoordig is er ook geen tijd voor meer dan een schietgebedje en gesloten ogen. Meestal gaat het goed. Soms alleen niet helemaal.
De met verkeersveiligheid belaste wethouder is het gezeur over veilige fietspaden zo beu, dat hij niet eens meer wil doen alsof de kwestie van verwarrende verkeersregels hem boeit. Hij fietst zelf ook en nog steeds tot volle tevredenheid. Er zouden veel minder fietsers verongelukken, als ze zich realiseren dat verkeer een samenspel is. Soms kan het leven simpel zijn. Gewoon even remmen en uit de eigen doppen kijken. Voorrang is een kwestie van geven, niet van nemen.
Zwemmen doe ik alleen tijdens de vakantie. Als het zwemwater tenminste niet te ver weg is. Anders gaat het over. Fietsen doe ik ook niet meer. Niet sinds ik merkte dat ik er meer problemen door kreeg dan ik ermee oploste. Het is niet uit eigenbelang dat ik me druk maak over een verdwijnend zwembad en de gevaren op de Oisterwijkse fietspaden. Wandelen doe ik nog wel als het van me verwacht wordt. Uit eigen beweging wel iets minder, moet ik toegeven. En dat is dan nog zonder borden die waarschuwen voor de mogelijkheid te worden geraakt door een vakkundig gevelde boom.