Volgens burgemeester Hans Janssen viel het allemaal wel mee, maar kort daarna moest hij via zijn woordvoerder toch erkennen dat er een capaciteitsprobleem was. Dat laatste zou nu zijn opgelost.

Negeren
Afgelopen jaren regende het bij Gemeente Oisterwijk verloren rechtszaken. Vaak niet eens op inhoud, maar voor een groot deel vanwege het niet tijdig reageren. Daarbij werden vragen en bezwaren van inwoners genegeerd, bleven ook informatieverzoeken van rechters onbeantwoord en werden zelfs de uiteindelijk de door rechters opgelegde beslistermijnen overschreden. Het gevolg was dat er veel zaken bleven liggen – soms enkele jaren – en de gemeente gerechtelijke kosten, ambtelijke uren en ook dwangsommen moest betalen. Daarbij kwam ook de frustratie en het haast eindeloos wachten van de aanvragers. Recent werd in een publicatie van PIT Onderzoek nog gesproken over terugkerend onzorgvuldig handelen.

Raadsvragen

Burgemeester Hans Janssen, portefeuillehouder voor de gemeentelijke juridische zaken (Foto: Masja Vlaminckx).

Het bijzondere in deze kwestie is dat – toen het aantal verloren rechtszaken waarover onze redactie publiceerde bij de raadsleden begon op te vallen – er in de raad vragen werden gesteld aan de burgemeester, maar hij aangaf dat het beeld in de media niet zou kloppen. Zelfs toen de redactie van PIT Onderzoek er na uitvoerig onderzoek over publiceerde – met feitelijke overzichten en een vergelijk met andere gemeenten – gaf de burgemeester aan PIT Onderzoek aan niet te willen reageren, en tegen het Brabants Dagblad zei de burgemeester zich niet te herkennen in het beeld dat in het onderzoek werd geschetst.  Aan onze redactie echter, gaf zijn woordvoerder destijds en ook eerder dit jaar aan dat er sprake was van een gebrek aan specifieke benodigde expertise en beperkte capaciteit.

Opgelost
Dat laatste, zo laat de woordvoerder deze week weten, is opgelost: ‘Momenteel zijn we op orde qua capaciteit.’ Wel kan de afhandeling van specifieke zaken nog steeds langer duren, omdat het ‘in de meeste gevallen nodig is een externe deskundige in te schakelen voor het beoordelen van het verzoek en het taxeren van de eventuele schade. Deze specifieke expertise hebben wij niet in huis waardoor we zijn aangewezen op bureaus die vaak ook kampen met een personeelstekort. Zij kennen hierdoor lange doorloop- en reactietijden.’

Uit juridische navraag blijkt dat dit laatste echter geen jaren hoeft te duren, zoals bij enkele voorbeelden het geval bleek. Bij het inschakelen van extern advies zou dat hoogstens enkele maanden tijd mogen vragen. Een rechter zou daar op verzoek – en voorzien van de nodige informatie en onderbouwing – uitstel voor kunnen verlenen.