Care Inn

Maand van de Geschiedenis: Goedbedoelde naoorlogse herplant wordt te vuur en te zwaard bestreden


In oktober, de Maand van de Geschiedenis, brengt historicus Ad van den Oord een aantal bijzondere historische feiten die mogelijk ‘Echt Nep’ zijn.

Het thema van de Maand van de Geschiedenis is dit jaar ‘Echt Nep’. Hoe weet je nog wat echt is, in een hedendaagse wereld van nepnieuws, complottheorieën en manipulatie? Wie heeft de waarheid in pacht? Beeldvorming en waarheidsvinding zijn van alle tijden. En ook ons beeld van de geschiedenis zelf verandert continu, op de deining van de tijdgeest en gedreven door voortschrijdend inzicht. Is alle door historici in de diverse archieven aangetroffen informatie echt? Of zijn er mogelijk vergissingen geslopen in wat ooit bewaard werd?

Flugplatz Kampina en een boswachter die exoten plantte, 1944-1945

door Ad van den Oord

De vader van Kees Peijnenburg werd boswachter in Oisterwijk, enkele jaren nadat Natuurmonumenten een groot deel van de bossen en vennen had aangekocht (1912-1914). Kees’ moeder zou in de boswachterswoning Venkraai een cafeetje beginnen. Eigenlijk had Kees dat café in 1937 willen overnemen, maar Natuurmonumenten zag dat niet zitten. En dus werd Kees net als zijn vader boswachter. Spoedig was hij ‘boswachter in oorlogstijd’.

De Duitsers lieten op 2 oktober 1944 boswachterswoning Huize Kampina compleet afbranden.

Eind 1943 was het Nationalsozialistisches Kraftfahrkorps (NSKK), een hulporganisatie van de Duitse Luftwaffe, begonnen met houtkap in de Oisterwijkse bossen voor de inrichting van militaire installaties op het landgoed Hondsberg en rondom bosrestaurant Groot Speijck. In maart 1944 zag boswachter Kees Peijnenburg dat er munitie opgestapeld was in vierkante kuilen. Op de bodem waren twee lagen boomstammen gelegd, terwijl de grond als een aarden muur er om heen was gelegd. De Duitsers hadden voor 200 m3 bomen gerooid, daarvan planken gezaagd, die als ‘dak’ op de munitie-kuilen gebruikt werden. De aanvoer en afvoer van munitie geschiedde via bospaden die verhard waren met puinresten van de bombardementen op Rotterdam. Eén bospad droeg zelfs de naam ‘Adolf Hitlerstrasse’.

Natuurmonumenten maakte zich grote zorgen over brandgevaar en luchtaanvallen op dit munitiecomplex. Het leek nog maar het begin van alle ellende te zijn. De Duitse bezetter startte met schietoefeningen op de Kampina en wilde een noodvliegveld aanleggen tussen de Franse Baan en de Huisvennen. Ter hoogte van Balsvoort zou een smalspoor komen voor de werkzaamheden. Honderd arbeiders waren op de Kampina aan het werk, terwijl ijzer en ander materiaal werden aangevoerd om een nieuwe brug te maken over de Beerze, ter hoogte van de Hazebeemdsche Dreef (kruising van de Maria- en Annadreef). Op 12 april 1944 moest boswachter Aalt van den Ham in allerijl Huize Kampina verlaten. De vrees was dat bijna alle bos en heide zou moeten verdwijnen. Maar nog diezelfde middag rond half vijf kwam een auto met enkele Duitse officieren, met het bevel het werk te staken en het gebrachte materiaal weer weg te voeren. De boswachter mocht terugkeren naar zijn woning.

Wat er zich precies heeft afgespeeld blijft onduidelijk. De bezetter was op zoek naar noodvliegvelden omdat de landingsbanen op vliegveld Gilze-Rijen steeds vaker onbruikbaar waren door geallieerde bombardementen. Oisterwijk is een ramp bespaard gebleven. Een vliegveld zou geleid hebben tot grootscheepse bombardementen van de geallieerden op de Kampina en omgeving. Wel werd medio juli 1944 nog een trein beschoten, even voorbij de Huisvennen. Op de trein bevonden zich Duitse legerauto’s, die in brand vlogen. De stoker van de trein werd bij de aanval gedood. Natuurmonumenten schonk in zijn rapport echter vooral aandacht aan de twintig dennen die bij de beschieting van de trein vernield waren.

Als vergelding voor het laten onderduiken van neergestorte Amerikaanse Airbornes bij de Huisvennen werd op 2 oktober 1944 de boswachterswoning Huize Kampina door de Duitse bezetter tot de grond toe afgebrand. Een maand later zaten de Canadese bevrijders op de Kampina, waar ze een oefenterrein hadden ingericht. Met scherpe granaten schoten ze de complete heide nabij de Huisvennen in brand.

Bij de nadering van de geallieerden ontruimden de Duitsers het munitiecomplex. Op 16 september 1944 werd door Engelse vliegtuigen een munitietrein bij het station in brand geschoten, dat veroorzaakte enorme materiële schade aan huizen en fabrieken. Op 6 oktober 1944 vielen geallieerde vliegtuigen het munitiedepot aan, de dag erna werd de laatste munitie in de bossen door de Duitsers opgeblazen.

Een jaar later had boswachter Kees Peijnenburg ervoor gezorgd dat in de voormalige munitieopslagplaats plantgaten gegraven waren om de bomen-rijkdom te herstellen. Kees besloot er prunussen te planten alsmede Douglas-sparren en Amerikaanse eiken. Wellicht waren die twee laatste soorten bedoeld als eerbetoon aan de Amerikaanse bevrijders. Maar boswachter Kees legde daarmee de basis voor twee exoten in de Oisterwijkse natuur, die Natuurmonumenten heden ten dage te vuur en te zwaard bestrijdt.

De Maand van de Geschiedenis

In de gemeente Oisterwijk werken een aantal organisaties en vrijwilligers de gehele maand oktober mee aan de Maand van de Geschiedenis. Op Oisterwijknieuws.nl/geschiedenis treft u een overzicht van alle activiteiten en een keur aan historische informatie en video’s.