Na het faillissement van DBMC, die voornemens was bedrijven op te kopen en daar te voorzien in 250 woning, blijkt uit antwoorden op vragen van VVD Oisterwijk, dat de woningbouw van de baan is.

Al jaren zitten lokale ondernemers in onzekerheid, wat er met hun bedrijf moet, als de visie die de raad eerder heeft goedgekeurd tot uitvoering zou komen. In die visie werd geschetst dat de bedrijven op het gebied ten noorden van de KVL vervangen zouden kunnen worden voor woningbouw. Het idee was dat er een wijk zou kunnen komen met zo’n 250 woningen. DBMC was de projectontwikkelaar die bedrijfspanden zou opkopen, slopen, grond saneren en er woningen zou gaan bouwen. Dit bedrijf is failliet.

De bedrijfspanden die in de gebiedsvisie van de gemeente staan aangemerkt als transformatiegebied (Bron: Gemeente Oisterwijk).

Uit de reactie van het college (burgemeester en wethouders) op vragen vanuit de VVD, blijkt dat de beoogde woningbouw niet doorgaat. ‘Vier van de vijf percelen waar het voorgenomen plan van DBMC betrekking op heeft zijn in eigendom van Mutsaerts vastgoed B.V.. Het andere perceel is in eigendom van FLODO B.V.. Er is contact geweest met Mutsaerts vastgoed B.V., waarin zij hebben aangegeven de percelen te gaan gebruiken voor bedrijfsdoeleinden,’ zo laat de gemeente weten.

Omdat de visie er wel ligt, en daar (nog) geen ander besluit op is genomen, zouden de huidige of eventueel latere eigenaren alsnog ervoor kunnen kiezen om aan dat plan uitvoering te geven, maar het college verwacht dat op korte termijn niet. Echte duidelijkheid zouden de ondernemers kunnen verkrijgen middels afspraken met hun verhuurder, of het moet zijn dat de raad de eerder afgegeven visie intrekt of aanpast.

De woningbouw die hoog nodig is, zal elders ingepland moeten gaan worden; het project werd meegeteld in de prognoses van de gemeente, maar daar komt zoals het college aangeeft vooralsnog niets van. Overigens was bij dit plan nog de vraag of een en ander überhaupt haalbaar was; bedrijven moeten ook ruimte hebben te verhuizen, de kosten voor sloop en grondsanering zijn hoog, en daarmee zouden ook de prijzen voor de woningen (te) hoog en/of het rendement van het project (te) laag kunnen uitvallen. Ook waren er bij lokaal betrokkenen zorgen over het bouwen van woningen direct naast industrie, wat volgens hen voor klachten en ongewenste situaties zou kunnen zorgen.