Overal in de wereld loopt water naar de lagergelegen rivier, vanwege de vele regenval gaan alle stuwen omlaag…
…behalve in Oisterwijk!
In reactie op de hoge grondwaterstand en overlast daarvan in enkele wijken in Oisterwijk reageerde watergraaf Erik de Ridder van Waterschap De Dommel bij Omroep Brabant: ‘We zijn al anderhalf jaar water aan het afvoeren, zo veel als we kunnen. We zetten stuwen omlaag… … allemaal zodat het water zo snel mogelijk weg kan.’ Die bewering staat haaks op de situatie bij de Voorste Stroom, de rivier die door Oisterwijk loopt; daar houdt het waterschap het water bewust hoog middels een te hoge vistrap. Daarop reageerde De Ridder desgevraagd aan onze redactie: ‘Ik kan me niet voorstellen dat we dit onlangs nog hebben gezegd. Op langere termijn moeten we water vasthouden, zeker, hoewel daar overigens op die plek nauwelijks mogelijkheden voor zijn. Maar afgelopen 1,5 jaar is gericht geweest op afvoer, en nog.’ Toch volgt er geen verlaging van de vistrap. Waarom niet?
De Voorste Stroom
Begin deze eeuw werd de bodem van de Voorste Stroom schoongemaakt, en werd in de bodem een meanderende onderstroom aangebracht. Links en rechts werden beddingen gerealiseerd met – vanwege het af en toe droogvallen – een diversiteit aan planten. De stuw die voorheen in het Oisterwijkse centrum werd gebruikt om de waterstand en daarmee afvoer te reguleren, werd verwijderd. Het ontwerp van de vistrap en achterliggende rivierbedding werd zo ingericht, dat in nattere tijden het water hoger en daarmee ook breder zou zijn met meer ruimte voor afvoer; in drogere tijden zou de smallere meanderende onderstroom zichtbaar worden en kwamen beddingen met andersoortige planten in beeld, zo was de gedachte. In de praktijk bleek al snel dat die lagere waterstand nooit van toepassing is. Ook in de drogere perioden bleef de waterstand hoog. Van een lagere smalle stroom met meandering is nooit sprake. De beddingen met plantengroei blijven het gehele jaar onder het waterniveau.
De vistrap

Uit navraag van onze redactie in 2020 bleek dat de vistrap inderdaad te hoog is aangelegd. Gemeente Oisterwijk die meebetaalde aan de realisatie bevestigde dit, maar verwees naar het verantwoordelijk waterschap. Ook die bevestigde dat destijds via hun woordvoerder: ‘De vistrap is bedoeld om vissen in kleine stapjes een hoogteverschil in waterpeil te laten overbruggen, zodat ze stroomopwaarts kunnen zwemmen. De vistrap stuwt het water hoger op dan we van te voren hadden verwacht. Hierdoor blijft de moerasachtige bedding ook bij een lager waterpeil onder water staan en is de meander (onderstroom) niet zichtbaar.’

Bij droogte
De vistrap werd niet aangepast en in 2020 beweerde het waterschap dat ‘het verlagen van de vistrap verdrogend zou werken, doordat een lager waterpeil ook zorgt voor een lagere grondwaterstand in de directe omgeving van de beek.’ De hogere vistrap bleef, met als argument om ‘daarmee het grondwaterpeil in stand te houden’. Een logische uitleg die ook andere waterschappen bevestigen. Diverse waterschappen geven informatie, waaruit blijkt dat de waterstand van rivieren invloed heeft op de hoogte van het grondwater, indien het grondwaterniveau hoger is dan de rivier.
Logisch?
De vistrap nu dan alsnog wat lager maken? Dat lijkt logisch om minstens zoveel als mogelijk de wateroverlast te beperken. Het zou goed zijn voor de afwatering én het zou de beoogde biodiversiteit realiseren die in het oorspronkelijke ontwerp werd beoogd. ‘Nee’ is de reactie van het waterschap. De bewering van watergraaf De Ridder, de uitleg van diverse waterschappen, de uitleg van het waterschap in 2020, én de logische gedachte dat een lagere waterstand in de rivier (na een tijdje) zorgt voor (meer) afvoer van grondwater is volgens de woordvoerder van Waterschap De Dommel hier niet van toepassing: ‘Het hoge grondwater wordt niet veroorzaakt door het waterpeil in de beek, maar door de extreme hoeveelheid neerslag die afgelopen anderhalf jaar is gevallen.’ Is dat logisch?
Grondwater

Uit meetgegevens van lokale meetpunten blijkt dat het grondwaterniveau in Oisterwijk op sommige plekken en momenten tot op ongeveer 10 cm onder het maaiveld zit (op de plek van de meetpunten – dit kan per woning/ tuin variëren). Het is dan ook niet gek dat inwoners spreken over een drassige tuin en menig inwoner in Oisterwijk last heeft van vocht in hun woning, bijvoorbeeld door vochtige muren. In beginsel zijn de eigenaren zelf verantwoordelijk voor het tegenhouden van water van buiten, ongeacht of dit regenwater of grondwater is. Toch mag er van het waterschap verwacht worden – dat geven zij ook zelf aan – dat zij een bijdrage leveren aan het waar mogelijk op peil houden van dat grondwater. Daartoe zetten zij in droge tijden de stuwen van beken en rivieren omhoog, en in natte tijden omlaag. Regenwater zakt in de grond; grondwater stroom (weliswaar traag) naar een lagergelegen punt; een lager waterpeil van rivieren zorgt (na enige tijd) voor afwatering.
Meten
Kort na de realisatie van de vistrap (daarmee de hogere waterstand om volgens het waterschap grondwater vast te houden) waren er wel signalen van inwoners die hebben aangegeven dat er een hogere grondwaterstand was. Het waterschap geeft anno 2025 als logische verklaring dat de regen, en niet de waterstand de oorzaak is. Daarbij verwijst deze naar voorgaande jaren: ‘anders waren er iedere winter wel grondwaterproblemen opgetreden sinds de aanleg van de vistrap’. Gedupeerde inwoners geven aan dat vanwege de hogere grondwaterstand, de daarboven gelegen grond minder regenwater kan opvangen. Meetgegevens zouden in deze kwestie mogelijk meer inzage geven. Helaas gaan de openbaar beschikbare meetgegevens niet verder terug dan begin 2023. Meetgegevens van de jaren daarvoor hebben wij ondanks verzoek niet ontvangen.