Ja u leest het goed. Ergens in een bestemmingsplan is vermeld dat er mantelzorgwoningen geplaatst zouden mogen worden in een gebied met industrie.

De betreffende percelen – voorheen weilanden – liggen aan de noordzijde van de Sprendlingenstraat in Oisterwijk. Op die percelen zijn volgens de gemeente bedrijven toegestaan, met daarbij een bedrijfswoningen. Ze vormen een soort van overgang van industrie naar de achtergelegen woonwijk. In het bestemmingsplan staat ook, dat ter plaatse naast de bedrijfswoningen ook mantelzorgwoningen zijn toegestaan.
Aan de zuidzijde is een bestaand industrieterrein, met bedrijven waarvan de eigenaren zich zorgen maken. Eerder is er een plan geweest de industrie in dat gebied te vervangen voor woningen, maar dat plan is van tafel na het faillissement van de projectontwikkelaar. De eigenaren van de bedrijfspanden hebben aangegeven met hun bedrijf te willen blijven. Uit angst voor klachten en toekomstige beperkingen van werkzaamheden met die (mantelzorg)woningen in de nabijheid, zijn er bedrijfseigenaren die bezwaar hebben gemaakt tegen het toestaan van de komst van die (mantelzorg)woningen.
De rechters van de Raad van State vegen het plan van tafel, omdat er volgens de rechter door de gemeenteraad in hun besluitvorming onvoldoende onderzoek is gedaan naar de gevolgen van industrie in de nabijheid van die beoogde mantelzorgwoningen. Ook voor de plaatsing van bedrijfswoningen (woonhuizen die behoren bij de eigenaar van een bedrijf ter plaatse) is volgens de Raad van State meer onderzoek nodig.
De industrie en bedrijvigheid is al vele decennia op die plek gevestigd en het direct daarnaast bouwen van woningen kan gevolgen hebben voor de leefbaarheid van de toekomstige bewoners. Om dat te waarborgen is een gedegen onderzoek noodzakelijk. Gemeente Oisterwijk krijgt van de rechter 16 weken de tijd dit gebrek aan te passen. Daarna kunnen de bezwaarmakers – indien zij daar belang bij hebben – opnieuw bezwaar maken.