De ene ondernemer is al begonnen met voorbereidingen voor sloop en woningbouw; de andere denkt er niet over om weg te gaan en bouwt een nieuwe loods. Je zou hierbij enige regulering verwachten van de gemeente, maar die heeft hiertoe geen wettelijke middelen. Het lijkt water naar de zee brengen, maar blijkbaar kan de gemeente er niets tegen doen. Wie eigenaar is van een perceel op het Oisterwijkse industrieterrein, waarvan een deel beoogd is als toekomstige woonwijk, mag daar gewoon een nieuwe bedrijfsloods bouwen.
De Oisterwijkse gemeenteraad heeft voor een industrieterrein aangrenzend aan de voormalige KVL een visie opgesteld, waarin staat beschreven dat dit gebied in de toekomst een herbestemming zou mogen krijgen tot woonwijk. Deels zijn eigenaren al begonnen met de voorbereidingen van die herbestemming, en hebben hun plannen tot ombouw gepresenteerd. Het betreft dan de sloop van oude bedrijfspanden, en de nieuwbouw van woningen.
Direct daarnaast liggen nog percelen die tijdens voornoemde presentatie (klik hier) door de aldaar actieve projectontwikkelaar zijn aangeduid als ‘Toekomstig woongebied’. In de gebiedsvisie van de gemeente is het betreffende deel aangeduid ‘Transformatie gebied’. In dat gebied staan ook bedrijfspanden van ondernemers die niet of nog niet van plan zijn te vertrekken. Daar is nog volop bedrijvigheid. Toegestaan is aldaar industrie tot en met categorie 4.1 (klik voor uitleg).
Opmerkelijk is dat een van hen laat weten een vergunning te hebben ontvangen voor de sloop en nieuwbouw van een grote loods. Volgens de gemeente klop dat: ‘Op 18 november 2021 is een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een bedrijfspand op de locatie Sprendlingenstraat in Oisterwijk. Het vergunde bouwplan voldoet aan het ter plaatse geldende bestemmingsplan “Bedrijventerrein Oisterwijk” en is inmiddels onherroepelijk.’ Volgens de woordvoerder van het college (burgemeester en wethouders) kon en kan de gemeente dergelijke vergunningen ook nu niet weigeren. Deze situatie kan ontstaan omdat er door de gemeenteraad nog geen nieuw bestemmingsplan is ontwikkeld.
Het gevolg hiervan is dat de door de raad beoogde herbestemming van industrie naar woonwijk mogelijk moeizamer verloopt of geheel niet lukt. Ofwel de loods wordt later alsnog afgebroken met uiteraard hoge kosten; ofwel het bedrijf blijft daar actief. In dat laatste geval kijken en luisteren nieuwe bewoners in de naastgelegen percelen naar industriële bedrijfsmatigheid. Voor een prettige en gezonde woonomgeving dient rekening te worden gehouden met minimale afstanden en bijvoorbeeld stof-, geur- of geluidsoverlast. De bedrijven kunnen bezwaar maken omdat zij bijvoorbeeld klachten of beperkingen verwachten in hun toekomstige bedrijfsvoering.