Care Inn

Column Roland Smulders: Een aantrekkelijk dorp


Columnist Roland Smulders neemt u mee, een kijkje in zijn Oisterwijk:

Roland Smulders (Foto: Iris de Groot).

 

Op een gebrek aan drinkwater en conserven kan een mens zich nog voorbereiden. Het wordt ook dringend aangeraden door hoge militairen, dus ik weet dat ik in het geval van een conflict niet bij hen hoef te gaan klagen. Waar die hoge militairen echter geen antwoord op weten, is de vraag naar waar ik met mijn afval moet blijven als de afvalstoffendienst voor straf drie maanden lang niks mag ophalen. Zo groot zijn de containers in mijn woonplaats Oisterwijk nu ook weer niet. Er doen al geruchten de ronde dat sommige inwoners van plan zijn het afval in zakken bij het gemeentekantoor achter te laten. Tenslotte kunnen ratten met enge ziektes altijd nog beter daar rondrennen dan in woonwijken met kwetsbare kinderen en ouderen.

De oplossing om onveilige situaties bij de afvalstoffendienst aan te pakken door de volksgezondheid van een hele provincie op het spel te zetten, kan alleen opkomen in de hoofden van bestuurders die vergeten zijn met welk doel ze daar zitten. Bestuurders die likkebaardend alle publieke voorzieningen in de verkoop hebben gegooid om naar de eigen achterban voor Sinterklaas te kunnen spelen. Bestuurders die alle verantwoordelijkheid wegwuiven nu het allemaal toch niet zo mooi blijkt te zijn. Bestuurders die waarschijnlijk wel zijn voorbereid op de dreigende Napolitaanse toestanden. In geval van nood zijn het altijd de kleine vissen die het moeten bezuren.

In het licht van de boven mijn hoofd bungelende ramp, vind ik het extra wrang dat het gemeentebestuur van Oisterwijk wel tijd en energie heeft om luxeproblemen aan te pakken. Er wordt in eigen beheer een ophaaldienst voor ‘gewipte’ stoeptegels opgetuigd. Straks ligt het afval overal tot aan de dakgoten, maar rijdt er wel een wagentje van gemeentewerken rond om tegels af te voeren. Je kunt er om lachen, maar eigenlijk is het om te janken.

Het deelnemen aan schoonheidswedstrijden zou ik als gemeente maar even achterwege laten. De kans op een eervolle vermelding is niet zo groot als juryleden zich zonder beschermende kleding niet eens een oordeel durven te komen vormen. Waar de befaamde lindeboom is gebleven? Ergens die kant uit en dan beginnen te graven. De rondscharrelende beesten doen niks, zolang ze tenminste met rust worden gelaten.

De straf dreigt, omdat het er bij de afvalstoffendienst niet veilig aan toe schijnt te gaan. Het zal wel waar zijn. Of het allemaal beter wordt door een ongedierteplaag uit te lokken die vermoedelijk niet meer kan worden ingedamd, waag ik te betwijfelen. In Italië wordt ook regelmatig geen afval opgehaald en daar is het systeem ook nog niet echt op orde. Misschien wonen de verantwoordelijken niet eens in het door de eigen afvalstoffendienst bediende gebied. Wat kan het hun schelen dat in Oisterwijk de straten onbegaanbaar zijn geworden en inwoners na het invallen van de duisternis maar liever thuisblijven.

Nog één heftig incident bij de afvalstoffendienst en het is zover, dreigt de regionale krant op een toon die de indruk wekt dat er een feestdag wordt aangekondigd. Misschien dat daar nog wat ruimte zit. De heftigheid van een incident is toch een subjectieve ervaring. Een plaquette voor op de gevel van het gemeentekantoor verdient het niet, maar het alternatief lijkt me helemaal iets om niet naar uit te kijken. Oisterwijk is een aantrekkelijk dorp en dat moet vooral zo blijven.

 

Meer columns van Roland Smulders

Facebookpagina van Roland Smulders