De inzet en betrokkenheid is groot, maar er zijn kwetsbare plekken in Oisterwijks armoedebeleid.
De Oisterwijkse Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar het armoedebeleid in de gemeente Oisterwijk. ‘De onderzoekers hebben tijdens het onderzoek gesproken met ambtenaren, vrijwilligers en
professionals en zijn onder de indruk van de inzet van al deze betrokkenen. Ook is gesproken met raadsleden en de portefeuillehouder. Onderstaande conclusies en aanbevelingen richten zich op het
verbeteren van de uitvoering en het beleid op het gebied van armoede en ongelijkheid, en richt zich geenszins op de gepleegde inzet,’ aldus de eindconclusie van het onderzoek.
In het rapport wordt uitgebreid ingegaan op wat er in onze gemeente wordt gedaan en gedaan kan worden om armoede te voorkomen en te bestrijden. De vier hoofdconclusies zijn: Oisterwijk heeft met een ambitieus beleid flinke stappen gezet om de bestaanszekerheid van inwoners te versterken; Het beroep van de gemeente op samenredzaamheid heeft een keerzijde; De samenwerking tussen de gemeente en maatschappelijke partners is intensief en gaat goed, maar kent ook kwetsbaarheden; Het bereik van de minimaregelingen kan worden vergroot, maar dan moeten er wel keuzes worden gemaakt.
In die conclusies wordt bijvoorbeeld positief gekeken naar ‘Loket Wegwijs als centraal aanspreekpunt voor inwoners met ondersteuningsvragen.’ Gemeente Oisterwijk is volgens de onderzoekers ruimhartig, ‘maar benadrukt ook de zelfredzaamheid’. Dit laatste is volgens de onderzoekers voor een klein deel van de inwoners niet weggelegd. ‘De gemeente en maatschappelijke partners hebben aandacht voor deze inwoners, maar worstelen ermee hoe die inwoners het beste bereikt kunnen worden.’ Kwetsbaarheden worden gevonden in continuïteit van kennis bij wisseling van personeel, onvoldoende onderlinge afstemming tussen organisaties, en de vraag of alle inwoners met problemen bereikt worden. Het belangrijkste verbeterpunt is het bereik van de minimaregeling, die ‘naar schatting (veel) minder dan de helft van de potentiële doelgroep bereikt.’