Columnist Roland Smulders neemt u mee, een kijkje in zijn Oisterwijk:
De Zweedse televisie heeft zich tijdens de nationale selectie voor het Eurovisie Songfestival een grapje veroorloofd ten koste van onze nationale held Joost Klein. Moeilijk was dat niet, want met een blauw pak, opgevulde schouders en wat wilde bewegingen kom je in zijn geval een heel eind. Zweden zullen er ongetwijfeld kostelijk om gelachen hebben. Wij weten, als kenners van de echte parodiekunst, uiteraard beter. Een snijdende reactie liet dan ook niet lang op zich wachten. Flauw en onsmakelijk was het. Wij gaan toch ook geen goedkope grapjes maken over Zweedse stapbedden? Terwijl daar toch wel meer aanleiding voor bestaat.
Eigenlijk zou ik er verbaal lekker op los willen slaan. Wat ik flauw vind, is de kinderachtige reactie van alle in hun kleinzielige eer gekrenkte Nederlanders. We parodiëren er voortdurend lustig op los en sparen daarbij niks en niemand. Dat vinden we allemaal heel normaal. Maar wee de onverlaat die ons eens op de korrel durft te nemen. Ik zou er mijn gemoed over willen luchten, maar ik ben op dit moment te geschokt door het nieuws over mijn plaatsgenoot, de Oisterwijkse knuffelbakker. Iets met geld dat hij kennelijk ophaalde in het kader van crowdfunding en dat vervolgens via een vage route een goed heenkomen zocht. Kan ik dan helemaal niemand meer bewonderen zonder dat ik er later de rekening voor krijg gepresenteerd? Is het überhaupt waar? Kranten beweren wel vaker ‘feiten’ die achteraf anders blijken te zijn. ‘Liegen alsof het gedrukt is’, noemen we dat.
In elk geval houdt het ‘nieuws’ de gemoederen in mijn woonplaats Oisterwijk bezig en dus moet ik er wat mee. Op de sociale media vliegen voor- en tegenstanders van de beroemde bakker elkaar spreekwoordelijk in de haren. De meningen lopen nogal uiteen. Er zijn plaatsgenoten die vinden dat schulden moeten worden terugbetaald en plaatsgenoten die de bakker sympathiek en zijn worstenbroodjes heerlijk vinden. Ze raden de bakker wel aan in het vervolg iets meer aandacht te besteden aan zijn ondersteunende diensten. In dat laatste kan ik me wel vinden. Goede adviseurs betalen zichzelf uiteindelijk altijd terug.
Crowdfunding is een relatief nieuw verschijnsel. Het hangt een beetje tussen eigen en vreemd vermogen in. Zolang het goed gaat, is er geen probleem, maar zaken gaan niet altijd goed. Hebben we het dan over een soort aandeelhouders die de gok namen, of over crediteuren die met de rekening mogen zwaaien? Waarschijnlijk heeft de Hoge Raad zich al eens over de kwestie gebogen, maar is dat mij ontgaan. De meesterbakker vertrouwt op mij voor zijn redding en die kan ik hem even niet verstrekken. Het is nu eenmaal geen probleem met een klip en klare oplossing. Ik ben er al veel te lang uit en ik durf het dan ook niet met zekerheid te zeggen.
Flauwe grapjes over mijn bakkende plaatsgenoot zal ik echter niet tolereren. Het incident Joost Klein laat ik passeren, maar daar dient het wel bij te blijven. De Zweden moeten het niet wagen straks op de proppen te komen met een bollende parodist in een bakkerskostuum, die tijdens een talkshow onder het uitstoten van vrolijke geluiden Zweedse balletjes staat te bakken. Carnaval zit er weliswaar aan te komen, maar ik weet toevallig dat ze in die streken niet aan carnaval doen. Oppassen dus, want anders zwaait er wat.